donderdag 22 oktober 2009

Woordenboek

romantiek (de (v.); g. mv.) 1 romantische richting in de Europese letterkunde in het laatst van de achttiende en de eerste helft van de negentiende eeuw waarbij gevoel en verbeelding op de voorgrond treden; - ook in toepassing op de overeenkomstige vormen in andere kunsten en op de hele levensstijl van die periode 2 de romandichting of romanliteratuur, m.n. de ridderpoëzie van de middeleeuwen 3 hetgeen tot gevoel en verbeelding spreekt, hetgeen het gemoed aanspreekt, een gevoelige, mysterieuze van de werkelijkheid wegvoerende stemming teweegbrengt: valse romantiek, oppervlakkig, voor het effect.


verleiden (overg.; verleidde, h. verleid) 1 van de rechte weg af leiden in fig. zin; - door overreding of voorspiegeling bewegen tot hetgeen een bepaling noemt, syn. bekoren: laat u niet door zijn schone beloften verleiden. 2 al of niet door beloften (m.n. huwelijksbelofte) tot geslachtsgemeenschap overhalen: een meisje verleiden; hij liet zich door haar bekoorlijkheden verleiden.

versieren (overg.; versierde, h. versierd) 1 met sieraden behangen, syn. tooien, opsmukken: huizen en ramen versieren; (zich) versieren met -, (zich) mooi maken; een boek versieren, er ornamenten enz. in aanbrengen 2 (van zaken) tot sieraad strekken, syn. opsieren, sieren: die bomen versieren het plantsoen; regelmaat versiert de straat 3 (spreekt.) in 't vat gieten, syn. aanleggen: hoe moet ik dat nou versieren? 4 in orde maken, voor elkaar krijgen, syn. regelen, organiseren, ritselen: dat zal ik wel even voor je versieren; - beginnen: met dat kind (meisje) valt wel iets te versieren 5 het hof maken, verleiden, bereid krijgen tot seksuele gemeenschap: die meid is niet te versieren 6 op slinkse wijze verkrijgen, bemachtigen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten